Financieel Fit draait ook in hoger beroep op voor schade na overtreden volmacht

Rechtershamer 2 via Pixabay

(Rechtspraak) De vraag ligt voor of Financial Fit haar volmacht heeft overschreden toen zij in 2018 met gebruikmaking van de volmacht een verzekeringsovereenkomst met D&S sloot terzake van een pand gelegen te Schiedam. Het Gerechtshof Den Haag oordeelt evenals de rechtbank dat dit het geval is, en dat Financial Fit de schade moet vergoeden die is ontstaan doordat China Taiping verzekeringsdekking heeft gegeven voor de schade in het verzekerde pand als gevolg van een brand in 2019. De nu gepubliceerde uitspraak dateert overigens al van september vorig jaar.

China Taiping keerde inmiddels ruim vier ton uit. In de rechtszaak eiste zij van Financieel Fit een voorschot van ruim 2,5 ton op de schadevergoeding.

Bedrijfsverzamelgebouw of niet?

Het hof: “Tussen partijen staat vast dat bedrijfsverzamelgebouwen niet onder de volmachtovereenkomst door Financial Fit in dekking genomen mochten worden. Wel hebben partijen discussie over de vraag of het pand kwalificeert als een bedrijfsverzamelgebouw.

“Het hof ziet, anders dan Financial Fit heeft betoogd, geen aanleiding om van de taalkundige betekenis van bedrijfsverzamelgebouwen af te wijken op grond van de stelling van Financial Fit dat sprake is van een daarvan afwijkend branchegebruik. Financial Fit heeft gesteld dat volgens het gebruik in de verzekeringsbranche het gaat om gebouwen die een groter risico inhouden dan een regulier bedrijfspand, omdat er een grote diversiteit aan bedrijfstypen aanwezig is, huurders veelvuldig wisselen, toegangscontrole lastig is en een adequate bouwkundige scheiding ontbreekt tussen de verschillende onderdelen van het pand. Zulke factoren zijn volgens haar bepalend voor het beoordelen van het risico, voor de vraag of dekking verleend kan worden en dus voor de vraag of een pand als bedrijfsverzamelgebouw gekwalificeerd moet worden. Financial Fit heeft deze stelling echter niet van een deugdelijke onderbouwing voorzien.

“Integendeel, in de door haar zelf overgelegde pagina uit het handboek van Reaal, is het begrip bedrijfsverzamelgebouwen als volgt omschreven: “Bedrijfsverzamelgebouwen zijn gebouwen die worden verhuurd aan meer huurders die doorgaans een grote diversiteit aan bedrijfstypen uitoefenen.” De in dit handboek gehanteerde (ruime) definitie van het begrip bedrijfsverzamelgebouw – zo wordt over bedrijfsverzamelgebouwen gezegd dat deze “doorgaans” en dus kennelijk niet per definitie een grote diversiteit aan bedrijfstypen uitoefenen – is naar het oordeel van het hof juist in lijn met de taalkundige betekenis van het begrip bedrijfsverzamelgebouw, als voormeld. Het onderhavige pand valt naar het oordeel van het hof, gelet op de in de vorige rechtsoverweging vermelde kenmerken daarvan, onmiskenbaar ook binnen de (ruime) definitie in dit handboek. Dat in het handboek wordt aangegeven dat bedrijfsgebouwen statistisch gezien zware brandrisico’s zijn, met vermelding van diverse oorzaken daarvan, en dat bepaalde bedrijfsverzamelgebouwen (mogelijk) wel acceptabel zijn voor dekking (bij Reaal) en andere niet, doet aan de daarin gehanteerde (ruime) omschrijving van het begrip ‘bedrijfsverzamelgebouwen’ als zodanig niet af. Overigens doet dit ook niet af aan de vrijheid die China Taiping als volmachtgever/verzekeraar toekwam om bepaalde categorieën van risico’s zoals bedrijfsverzamelgebouwen in hun geheel uit te sluiten van volmachtverlening c.q. dekking. De overige door Financial Fit nog in het geding gebrachte gegevens bevatten evenmin voldoende aanknopingspunten voor de juistheid van de door haar bepleite uitleg naar branchegebruik.”